Polyvagaaltheorie

De polyvagaaltheorie is een baanbrekend model van Dr. Stephen Porges dat ons helpt begrijpen waarom we ons veilig, gespannen of bevroren voelen, vaak zonder dat we daar bewust voor kiezen.

Waar traditionele stressmodellen vooral spreken van “vecht-of-vlucht”, voegt de polyvagaaltheorie daar een derde, fundamentele reactie aan toe: bevriezing. Deze reactie, die ontstaat via het zenuwstelsel, beïnvloedt onze emoties, houding, ademhaling en zelfs onze relaties.

Centraal in deze theorie staat de nervus vagus, een zenuw die ons lichaam constant scant op veiligheid. Wanneer deze vagus goed werkt, kunnen we ontspannen, verbonden zijn met anderen en herstellen. Als hij ontregeld is, blijven we hangen in alertheid of shutdown.

Op deze pagina lees je wat de polyvagaaltheorie inhoudt, hoe het zenuwstelsel inwerkt op je lijf en geest, en vooral: wat je kunt doen om weer in balans te komen.


Wat is de polyvagaaltheorie?

De polyvagaaltheorie werd ontwikkeld door neurofysioloog Dr. Stephen Porges en introduceert een nieuwe manier van denken over ons zenuwstelsel. De naam “polyvagaal” verwijst naar de verschillende vertakkingen van de nervus vagus (zwervende zenuw), die via drie functionele circuits ons gedrag en welzijn beïnvloeden:

  • Het ventraal vagale systeem (veiligheid en verbinding)
  • Het sympathische systeem (vecht-of-vlucht)
  • Het dorsaal vagale systeem (bevriezing of shutdown)

Deze theorie laat zien dat het zenuwstelsel niet alleen reageert op fysieke dreiging, maar ook op sociale signalen. Het lichaam ‘leest’ continu of de omgeving veilig is. Dit gebeurt via neuroceptie, een onbewust proces dat bepaalt of we ontspannen of alert blijven.


Hoe werkt het autonome zenuwstelsel volgens deze theorie?

Het autonome zenuwstelsel werd traditioneel verdeeld in twee takken: sympathisch (activering) en parasympathisch (ontspanning). De polyvagaaltheorie verfijnt dit met drie toestanden:

1. Ventraal vagale staat (veilig en verbonden)

In deze staat voel je je kalm, sociaal, veilig en verbonden met anderen. Je ademhaling is rustig, je spijsvertering werkt goed en je lichaam herstelt.

2. Sympathische activatie (vechten of vluchten)

Bij dreiging activeert het sympathisch systeem: je hartslag stijgt, je adem versnelt, je spieren spannen zich aan. Je staat “aan”.

3. Dorsaal vagale staat (bevriezing, dissociatie)

Bij overweldiging schakelt het lichaam naar een toestand van terugtrekking. Je voelt je afgevlakt, moe of zelfs verdoofd. Deze toestand wordt vaak gezien bij trauma.


Wat betekent dit voor stress, veiligheid en verbinding?

De polyvagaaltheorie maakt duidelijk dat veiligheid de basisvoorwaarde is voor herstel. Je kunt pas ontspannen, goed verteren of helder denken als je zenuwstelsel zich veilig voelt. Langdurige stress, onveilige relaties of traumatische gebeurtenissen kunnen ervoor zorgen dat je lichaam blijft hangen in een toestand van waakzaamheid of afsluiting.

Lichamelijke signalen zoals hoge spierspanning, oppervlakkige ademhaling of buikpijn zijn hierbij belangrijke indicatoren. Innerlijke onrust is dus geen mentale zwakte, maar vaak een lichamelijke toestand die vraagt om regulatie.


De rol van lichaamssignalen en neuroceptie

Neuroceptie is het vermogen van je lichaam om onbewust veiligheid of gevaar te detecteren. Dit gebeurt sneller dan bewuste gedachten.

Als je neuroceptie verstoord is, kan je lichaam zelfs in neutrale of veilige situaties blijven reageren alsof er gevaar dreigt. Dit kan leiden tot overmatige stressreacties, angst, sociale terugtrekking of lichamelijke klachten.

Via lichaamssignalen zoals ademhaling, spierspanning, hartslag en gezichtsuitdrukking kan het zenuwstelsel bijgestuurd worden. Bewuste aandacht voor het lichaam is daarom cruciaal.


Hoe helpt de polyvagaaltheorie bij trauma en herstel?

Mensen met trauma bevinden zich vaak in de dorsaal vagale toestand: verdoofd, teruggetrokken of afgesloten van het eigen lichaam. Deze toestand wordt ook wel de “freeze” of bevriezingsmodus genoemd. Hieruit komen vraagt niet om praten of denken, maar om bottom-up benadering: het lichaam eerst helpen reguleren.

Door zachte, lichaamsgerichte benaderingen zoals Biodynamic Rebalancing, ademwerk of aanraking, kan het zenuwstelsel weer contact maken met het ventraal vagale systeem. Vanuit daar ontstaat weer ruimte voor sociale verbinding, zelfexpressie en emotioneel herstel.


Praktische toepassingen van de polyvagaaltheorie

  • Diepe ademhaling via de buik: activeert het ventrale systeem.
  • Zingen, neuriën, gorgelen: stimuleert de vaguszenuw.
  • Zachte aanraking en lichaamswerk: kalmeert het zenuwstelsel.
  • Beweging met aandacht: yoga, wandelen, slow stretching.
  • Co-regulatie: rust vinden via een veilige ander (therapeut, partner).

De connectie met de psoas en lichaamsgerichte therapie

De psoas spier speelt een grote rol in stressreacties en veiligheid. Deze spier trekt zich samen bij dreiging en ligt dicht bij het middenrif, waar de vagus loopt. Een gespannen psoas beperkt de ademhaling en blokkeert daarmee de ontspanningsreactie.

Door het ontspannen van de psoas, bijvoorbeeld via Biodynamic Rebalancing of gerichte stretches, krijgt het middenrif meer ruimte en wordt de vagus indirect geactiveerd. Zo helpt het lichaam zichzelf van binnenuit tot rust te brengen.


Veelgestelde vragen over de polyvagaaltheorie

Kan ik mijn zenuwstelsel zelf reguleren? Ja, met eenvoudige technieken zoals ademhaling, beweging en aanraking kun je veel invloed uitoefenen op je autonome staat.

Is de polyvagaaltheorie wetenschappelijk bewezen? De theorie is gebaseerd op neurologisch onderzoek en wordt breed toegepast in therapie, trauma- en stressbehandeling. Tegelijk is het nog relatief nieuw en in ontwikkeling.

Wat als ik me vaak bevroren voel? Dan is het belangrijk om zachte, niet-overweldigende stappen te zetten richting lichaamssensaties. Vermijd druk om ‘iets te moeten voelen’ en werk met een lichaamsgericht therapeut als je dat fijn vindt.


Verdieping en gerelateerde artikelen